Oranje fase - Noodmanoeuvre!
Wij zien bij motorrijden drie fasen.
In de rode fase is het te laat, je hebt het al verloren; een botsing of val is niet meer te voorkomen! Omdat we fysiek zo kwetsbaar zijn is de kans dat je ernstig letsel oploopt erg groot.
Willen we dat voorkomen, dan kun je redeneren dat we in de oranje fase, dus in staat moeten zijn een perfecte noodmanoeuvre neer te zetten.
Helaas mislukt dat heel erg vaak. De gemiddelde motorrijder toont een opvallend grote incompetentie bij het manoevreren met de motorfiets. En al helemaal bij noodmanoeuvres.
[Met "incompetentie" bedoelen we hier het verschil tussen de actuele stand van de vaardigheden van de motorrijder en de kennis en vaardigheden die hij zou moeten tonen om de noodmanoeuvre tot een zo goed mogelijk einde te brengen. De kennis en vaardigheden van een goede testrijder zeg maar. Redactie Mosac.eu]
Een slimme motorrijder blijft daarom in de groene fase. Door anticiperen, defensief rijden en een aantal andere strategieën komt hij niet aan een noodmanoeuvre toe!
Een belangrijke uitkomst van de in hoofdstuk 2 besproken onderzoeken is dat voor het rijden van een motorfiets méér- en andere motorische vaardigheden nodig zijn dan voor het rijden van een auto (motorische vaardigheden zijn: remmen, sturen, bochten rijden en de combinatie: remmen in een bocht).
Dat geldt des te meer voor noodmanoeuvres: (1) remmen, (2) uitwijken, (3) remmen in een bocht en (4) in een bocht op je grens rijden. In ons driefasen-model: de oranje fase.
Hoe werkt dit? Hoe oefenen? Waar liggen de grenzen? Bron foto: internet
In dit hoofdstuk leggen we uit hoe remmen en sturen werken. Wat moet je minstens kunnen? Hoe kun je dat oefenen?
Als je dat leuk vindt kun je ook een hoop over de voertuigdynamische achtergronden lezen.