Ruijs Invloed van de cilinderinhoud

 

P.A.J. Ruijs, Literatuuronderzoek van motorongevallen en de invloed van de grootte van het motorblok.

 

In opdracht van de afdeling Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie heeft het Nederlandse TNO onderzocht of er een verband is tussen het voorkomen van motorongevallen en het motorvermogen van motorfietsen (al of niet groter dan 74 kW / 100 pk).

Het antwoord van onderzoeker P.A.J. Ruijs laat niets aan duidelijkheid te wensen over: nee.

 

Zijn rapport heet voluit:

 

Ruijs, P.A.J., Literature survey of motorcycle accidents with respect to the influence of engine size', TNO Automotive, report number 97.OR.VD.056.1/PR, 1997, Delft, The Netherlands

 

Je vindt het rapport hier: Ruijs Influence of engine size

 

Na uitgebreid literatuuronderzoek vonden Ruijs en zijn team dat de hoofdfactoren bij ongevalsrisico van motorrijders zijn:

  • de motorrijder zelf: leeftijd, ervaring, houding, alcohol etc.;
  • de ongevalsomgeving: soort en toestand van de weg, de plaats, het weer etc. en
  • de blootstelling: kilometers per jaar etc.

In de lijst komt het vermogen van de motorfiets niet voor.

 

De attitude van motorrijders die riskant gedrag vertonen (het acceleratievermogen vaak gebruiken of zeer snel rijden) zal niet veranderen als het vermogen wordt beperkt tot 100 pk.


Motorfietsen met minder dan 100 pk vertonen nog steeds een groter acceleratievermogen dan auto’s.

 

Ongevalonderzoekers gaven aan dat in veel gevallen een ongeluk had kunnen worden voorkomen of minder ernstige gevolgen had gehad als de motorrijder een correcte noodstop had uitgevoerd. Het trainen van motorrijders speciaal voor noodsituaties kan de situatie aanmerkelijk verbeteren. Technische voorzieningen aan het remsysteem verbeteren de controle over de motorfiets in noodsituaties. De bedoelde voorzieningen zijn:

  • een gecombineerd remsysteem in plaats van aparte systemen op voor- en achterwiel,
  • automatische remkrachtverdeling over voor- en achterwiel,
  • ABS op voor- en achterwiel.

 

Ruijs vond wel typen ongevallen waarin het motorvermogen een rol kan hebben gespeeld, maar altijd samen met andere factoren:

  • de grenzen van de motorfiets opzoeken en riskant gedrag met als oorzaken: attitude, ervaring van de rijder, motorvermogen,
  • motorfiets werd niet gezien, met als oorzaken: zicht, verkeerd schatten van de snelheid.
  • grote acceleratie, met als oorzaken: attitude van de rijder, motorvermogen.
  • van de weg raken in een bocht, met als oorzaken: verkeerd inschatten van de situatie, ervaring van de rijder en motorvermogen,
  • (onvoldoende) anticiperen op (plotselinge) veranderingen in de verkeerssituatie, met als oorzaken: hoge snelheid, gebrek aan concentratie, ervaring van de rijder.


In de meeste scenario’s waar motorvermogen een factor was of geweest kan zijn, kan er geen bewijs worden gevonden dat door een beperking van het motorvermogen tot 100 pk het incident of ongeval zou zijn voorkomen. Er kon geen bewijs worden gevonden dat het volle motorvermogen een rol speelde bij het ontstaan van het ongeval. Mochten er ongevallen zijn gebeurd waarbij het actuele motorvermogen in de aanloop naar het ongeval 100 pk overtrof, dan betekent dat nog niet dat het ongeval te voorkomen was geweest als minder motorvermogen dan 100 pk was gebruikt.

Of de motor nu meer of minder dan 100 pk levert, heeft nauwelijks - of geen - invloed op het ontstaan en de afloop van ongevallen!
Update website

31 mei 2016

Nieuw: het rapport van het diepteonderzoek van Julie Brown naar ongevallen met motorfietsen is uit, zie 2.1.11. Julie Brown In-depth crash study

13 januari 2015

Nieuw: Diepteonderzoek door Penumaka naar menselijke fouten bij ongevallen tussen auto's en motorfietsen.

22 april 2014

Nieuw: 2.3.10. Elaine Hardy, Northern Ireland Motorcycle Fatality Report 2012, Indepth Study of 39 Motorcycle Collisions In Northern Ireland

4 maart 2014

Nog een nieuw diepteonderzoek naar motorongevallen in Australië: 2.1.12. Monash Universiteit.

4 maart 2014

Nieuw diepteonderzoek in Australië: 2.1.11. Julie Brown van NeuRA.