Hechtingscoëfficiënt
Wanneer we praten over het contact tussen band en wegdek, is ‘hechtingscoëfficiënt’ een belangrijk begrip. Deze coëfficiënt is een maat voor de grip die een bepaalde band op een zeker moment heeft op een stuk wegdek: in hoeverre is deze band in staat krachten over te brengen op het wegdek? De hechtingscoëfficiënt is een eenheidsloos verhoudingsgetal. Het is de verhouding tussen de kracht die het bandrubber op de weg kan overbrengen en de kracht waarmee het wiel op het wegdek wordt gedrukt.
De verhouding tussen wielbelasting en de (maximaal op het wegdek over te brengen) remkracht is constant. In formulevorm: μ = Fr / G.
Hier staat niets anders dan dat μ (spreek uit: mu, het symbool voor de hechtingscoëfficiënt) de verhouding weergeeft tussen de remkracht (met symbool Fr, waar symbool F voor 'kracht' staat en de toevoeging 'r' voor 'remmen') en de gewichtskracht (met symbool G).
Voorbeeld.
Je rijdt op het circuit van Zandvoort. het asfalt is schoon en droog; het lijkt wel schuurpapier. Je hebt race-slicks om je wielen laten leggen. De hechtingscoëfficiënt is 1,6. Je hebt massa's grip.
De remkracht die je beide wielen samen op het wegdek kunnen overbrengen is 1,6 maal de belasting; normaal gesproken is dat de gewichtskracht.
Figuur 10. Hechtingscoefficient 1,0. De verhouding tussen de remkracht en de belasting van het wiel (hier: het gewicht, of beter: de gewichtskracht) is 100 / 100 is 1,0.
Figuur 11. Hechtingscoefficient 0,5. De verhouding tussen remkracht en de belasting van het wiel (hier: het gewicht, of beter: de gewichtskracht) is 50 / 100 is 0,5. Bron foto: internet.